******************
Graaf Gerard I van Gelre (De Lange)
Graaf Gerard IV van Wassenberg (1060-1129)
Zie Stamboom dossier Gerard IV van Wassenberg 1059.pdf
******************
Zie Stamboom Dossier Gerard II van Gelre 1095.pdf
******************
Hendrik I van Gelre van Zutphen de Jongere' (1117-1182)
Graaf van Gelre en Zutphen 1133-1178
Zie Stamboom dossier Hendrik I van Gelre en Zutphen 1117 1.4 150928.pdf
******************
Graaf OTTO I van Gelre (1150 - 1207)
Zie Stamboom dossier Otto-I van Gelre 1150 1.4 151005.pdf
******************
Graaf Gerard IV van Gelre en Zutphen
(1185-1229)
Zie
******************
Graaf OTTO II van Gelre (1214 - 1271)
bijgenaaamd De Lamme
Zie Stamboom dossier Otto-II van Gelre 1214 154 140626.pdf
******************
Ridder Karel Jonggraaf van Gelre
1205 - 12xx)
Stamvader Van Hoenselaer
******************
Maria van Gelre
(13xx - 1397)
******************
Graaf Reinald I van Gelre en Zutphen (1255 - 1271)
bijgenaamd De Strijdbare
Zie Stamboom dossier Reinald-I van Gelre 1255 1.3 171001.pdf
******************
Hertog Reinald-II van Gelre en graaf van Zutphen (1295 - 1344)
bijgenaamd De Zwarte of De Rode
Zie Stamboom dossier Reinald II 1295 1.4 170926.pdf
******************
Hertog Reinald III van Gelre
(1333 - 1371)
bijgenaamd De Dikke
Zie Stamboom dossier Reinald III 1333 1.5 170928.pdf
******************
Hertog Reinald-IV van Gelre en Gulik
(1365 - 1423)
Zie Stamboom dossier Reinald IV van Gelre 1365 1.3 171114.pdf
******************
Met het kinderloos overlijden van Reinald IV komt een einde aan de Van Gelre dynastie. De rechten gaan over naar Van Egmont met hun zetel in Grave bij Nijmegen.
Arnold van Egmont
(1410 -1473)
******************
Graven en Hertogen van Gelre
Graaf Gerard I van Gelre (De Lange)
Graaf Gerard IV van Wassenberg (1060-1129)
Van Wassenberg naar Van Gelre
Gerard Flamens II werd vermoedelijk in 1046 de eerste graaf uit het huis der Flamenses. Rond 1052 werd hij opgevolgd door Gerard III van Wassenberg. Deze overleed toen zijn oudste zoon, Gerard IV nog minderjarig was, zodat diens oom graaf Diederick van Hamaland tijdelijk is ingesprongen. We kennen Diederick in 1076 als graaf op de Veluwe. In 1082 overleed hij in de kerker van Godfried van Bouillon. Gerard IV, die toen de graafschappen overnam, verlegde geleidelijk de Gelderse graaflijke verblijfplaats van Wassenberg, buiten hun ambtsgebied, naar Gelre, binnen hun ambtsgebied gelegen. Hij noemt zich nu eens 'Gerard van Wassenberg', dan weer 'Gerard van Gelre'. In 1096 wordt hij erkend als landgraaf.
Het allodium Wassenberg werd in de 12e eeuw afgestoten aan de hertogen van Limburg via de bruidsschat van Juta van Gelre, echtgenote van hertog Walram II van Limburg. In 1118 noemt Gerard 'de Lange' Wassenberg, waar hij toen een kerk stichtte, nog steeds zijn allodium.
Gerard was graaf van Wassenberg van 1085 tot 1129. In 1096 werd hij, als Gerard I, ook graaf van Gelre. Hij werd in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant. Daarnaast was hij voogd van Erkelenz, Roermond en Utrecht. Gerard was een van de machtigste edelen van Neder-Lotharingen en probeerde zijn bezit vooral ten koste van de bisschop van Utrecht te vergroten. Dit leidde tot conflicten met Utrecht maar ook met de aartsbisschop van Keulen en de graven van Holland. Op rijksniveau was Gerard een trouw bondgenoot van keizer Hendrik IV. Samen met zijn neef/broer Gosewijn I van Valkenburg dwong hij de benoeming van Hendriks kandidaat af, als abt van Sint-Truiden. Van Gerard is ook een schenking bekend aan Sint-Servaas te Maastricht.
Gerard IV was een zoon van graaf Gerard III van Wassenberg (of van Diederik van Wassenberg). Gerards IV eerste vrouw Sophia is niet nader bekend. Hij hertrouwde met de weduwe van Koenraad I van Luxemburg, Clementia van Poitiers ook bekend als Clementia van Gleiberg.
Graaf Gerard II van Gelre (1095-1129)
Gerard II (ook wel Gerard V van Wassenberg), bijgenaamd Gerard de Lange (ca 1090 - tussen 24 oktober 1131 en 1133) was van 1129 tot 1131/1133 graaf van Gelre.
Hij was de zoon van Gerard I van Gelre (Gerard IV van Wassenberg). Toen zijn vader in 1129 overleed volgde hij die op als graaf van Gelre en graaf van Wassenberg. Hij trouwde met Ermgard van Zutphen, de erfdochter van het graafschap Zutphen, wier bezittingen bestonden uit gebied ten oosten van de IJssel (Zutphen) en talrijke buitenposten in Friesland, Westfalen en het Rijnland. Gerard handhaafde deze erfenis tegen de bisschop van Munster en kreeg daarbij steun van de hertog van Neder-Lotharingen.
Hij ligt begraven in de kerk van Wassenberg. Gerard werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik I.
Gerard I is de stamvader van de graven van Gelre uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Gerard I vernoemde zich zowel naar Wassenberg als naar Gelre. Hij had een zoon, die hem opvolgde als Gerard II van Gelre.
Hij wordt in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant.
Hendrik I van Gelre van Zutphen - de Jongere' (1117-1182)
Graaf van Gelre en Zutphen 1133-1178
Eerste graaf van Gelre en Zutphen
Hendrik I is de oudste zoon van gravin Ermgard van Zutphen en graaf Gerard II van Gelre en hij mag zich in 1133 als eerste tooien met de titel graaf van Gelre en graaf van Zutphen, al schijnt hij die tweede titel pas later te krijgen. Niettemin zullen alle Gelderse vorsten zich vanaf nu zo noemen. Ook als Gelre een hertogdom wordt, blijven ze zich graaf van Zutphen noemen.
Het bezit van Zutphen verschaft veel aanzien, want Zutphen is een vrij goed, terwijl Gelre slechts een leen van keizer Lotharius III is. De keizer kan Gelre weer opeisen als niet aan de leenplichten wordt voldaan, maar van Zutphen moet hij afblijven.
Hendrik I volgde in 1133 zijn vader op als graaf Gelre en Wassenberg, in 1138 erfde hij het graafschap Zutphen van zijn moeder. Hendrik had goede relaties met het aartsbisdom Keulen en met keizer Frederik I van Hohenstaufen. Daardoor wist hij zijn positie in het hele gebied van Friesland tot aan de Maas uit te breiden met een aantal versnipperde bezittingen. Hij verkeerde daardoor op gespannen voet met de bisschoppen van Utrecht, Luik, Münster (stad) en Paderborn (stad), en met de abt van Corvey. Daarom sloot Hendrik een verbond met de stad Utrecht maar moest dat onder Hollandse druk weer opzeggen.
In Zutphen laat Hendrik I zijn eigen munten slaan. Deze munten zouden te veel lijken op de munten uit Deventer, hetgeen ze daar niet kunnen waarderen. Dit is de eerste vastgelegde animositeit tussen de buren.
Graaf OTTO I van Gelre (1150 - 1207)
bijgenaamd De Lamme
Otto I de Grote, Graaf van Gelre en Graaf van Zutphen (1182-1207).
Toen zijn broer Gerard III plotseling overleed moest Otto I zijn functie als proost van Xanten neerleggen om het graafschap te gaan leiden. Zijn vader, Hendrik I, was intussen te oud en in het eerste jaar van Otto's regering overleed hij. Otto I huwde ca. 1184 met Richardis van Scheyern-Wittelsbach, dochter van Otto I van Beieren en Agnes van Looz. Deze Richardis overleed op 20 september 1231 als abdis van de Munsterkerk.
Er is een zegel uit 1190 bewaard gebleven waarop Otto I een schild met drie vijfbladige bloemen voert.
Rond 1184 huwde Otto I met Richarda van Beieren, een dochter van graaf Otto I van Beieren. Hij nam deel aan de derde Kruistocht (1189 - 1192) en nam daarin deel aan de belegering van Konya en aan het beleg van Akko. Otto was een van de laatste edelen uit de lage landen die terugkeerden van de kruistocht. Otto koos partij voor de keizer en tegen de graven van Holland en de hertogen van Brabant. Hij steunde Lodewijk II van Loon tijdens de Loonse Oorlog.
Graaf Gerard IV van Gelre en Zutphen (1185-1229)
Is graaf van Gelre en Zutphen van 1207-1229, zoon van Graaf Otto I van Gelre en Richardis van Beieren. Gehuwd 1206 te Leuven met Margareta van Brabant, overleden 1231, begraven te Roermond (Münsterkerk), dochter van Hertog Hendrik I van Brabant (1165 – Keulen 5 september 1235) en Maria van Vlaanderen-Boulogne.
Geboren ca. 1185, overleden op 22 oktober 1229, begraven te Roermond (Münsterkerk), sinds 1222 een gelderse tol aan de Rijn bij Lobith.
Graven van Wassenberg
Het geslacht de graven van Wassenberg leefden van 985 tot 1137.
De 1e vlaamse graaf Gerard I van Wassenberg (985-1033) door het huwelijk met Bava van Hamaland en verkreeg de titel graaf van Wassenburg van xxx.
De achtereenvolgende graven waren:
Van Wassenberg:
v graaf Gerard I van Wassenberg (985-1033)
v graaf Gerard II van Wassenberg (1010-1082)
v graaf Hendrik van Wassenberg (1035-1085)
door het huwelijk met Adelheid van Gelre verwerft hij de naam Van Gelre en wordt deze toegevoegd.
v graaf Gerard I van Wassenberg van Gelre (1059-1137)
Van Gelre:
v graaf Gerard II van Gelre (1095-xxxx)
door het huwelijk met Ermengard van Zutphen verwerft hij de naam de naam Van Zutphen en wordt deze toegevoegd.
Van Gelre van Zutphen:
v graaf Hendrik van Gelre en Zutphen (1117-1182)
v graaf Otto I van Gelre (1150-1207)
zijn broer was graaf Gerard III van Gelre, maar was geen erfopvolger.
v graaf Gerard IV van Gelre en Zutphen (1185-1229)
v Karel jonggraaf van Gelre, een erkende bastaard zoon van Gerard IV was de stamvader van het geslacht van Honselaer
v graaf Otto II van Gelre 1229-1271
v Graaf Reinoud
Van Gelre van Honselaer
v Ridder Karel jonggraaf van Gelre, zoon van Gerard IV is de stamvader van het geslacht van Honselaer
Graaf OTTO II van Gelre (1214 - 1271)
Otto II had in eerste instantie zeer veel invloed aan het hof van keizer Frederik II, maar raakte later met hem in conflict, waarna de keizer Roermond in 1213 verwoestte. Met de bisschop Otto van Lippe van Utrecht had hij strijd over Salland, maar kort daarna steunde hij deze tegen Drenthe. Tijdens de Slag bij Ane in 1227 werd hij gevangengenomen, maar weer vrijgelaten. Hij gaf in 1227 de Veluwe landrecht.
In 1229 volgt hij zijn vader Otto I - Gerard III op minderjarige leeftijd op. Geboren in 1214 is hij dan pas 15 jaar oud. Otto II zal uitgroeien tot een van de beste vorsten die Gelre ooit zal hebben. De 42 jaren die hij zal regeren zijn jaren van voorspoed voor De Graafschap en dat in de moeilijke dertiende eeuw, waarin heel Europa in beweging is.
Otto II trouwt in 1240 met Margaretha van Kleef, de dochter van graaf Diederik V van Kleef en Mechtild van Dinslaken. Zij schenkt hem twee dochters: Elisabeth en Margareta. Elisabeth trouwt op 17 maart 1249 met graaf Adolf VII van Berg. Zij zal op 31 maart 1331 komen te overlijden. Margareta trouwt voor 1262 met graaf Enguerrand IV de Coucy. Zij zal voor 1286 overlijden.
In 1236 blijkt Otto II van wapen te zijn veranderd. Hij vervangt de bloemen door een gouden leeuw. De reden voor deze verandering is onbekend. In 1256 wordt het wapen als volgt op diverse wapenrollen beschreven: "de graaf van Gelre, het schild blauw met een gouden leeuw en bezaaid met gouden blokjes". Niettemin blijven de bloemen deel uitmaken van de symbolen die de graaf gebruikt. Een gouden leeuw is het symbool voor hertogen en is verbonden met een hoge militaire rang.
Daar Otto II geen hertogstitel heeft, kunnen de blokjes als 'vermindering' zijn toegevoegd. Tot 1339, wanneer Reinald II tot hertog van Gelre wordt verheven, blijft dit het wapen van de graven van Gelre. Misschien mag men uit dit nieuwe wapen afleiden dat Otto II al doelbewust naar een hogere rang streeft.
Ridder Karel jonggraaf van Gelre
Karel (1205-xxxx) is een oudere broer van Otto II, een erkend bastaardkind van vader Gerard IV van Gelre. Karel is de stamvader van waaruit later de adellijke familietak Van Hoenselaer is voortgekomen en de aanleiding was voor het genealogisch onderzoek de samenstelling van het boek Van Hamaland tot Van Gelre tot van Hoenselaars en de grootmoeder van auteur René Martens.
De drie merletten in het latere wapen van de Hoenselaers zijn ook weer terug te vinden bij de voorvaders van Hamaland.
Graaf Reinald I van Gelre en Zutphen (1255 - 1271)
bijgenaamd De Strijdbare
Reinald I van Gelre (geboren 1255 - Monfort, 9 oktober1326). Hij was ook bekend als Reinald de Strijdbare. Reinald I was graaf van Gelre van 10 januari1271 tot zijn dood.
Reinoud werd geboren als zoon van Otto II, graaf van Gelre. In 1276 trouwde hij met Imgard van Limburg (-1283), de erfgename van hertog Walram IV van Limburg. Dit huwelijk bleef kinderloos. In 1286 trouwde hij met Margaretha van Vlaanderen (1272-1331), dochter van Guido van Dampierre.
- Graaf van Gelre en Zutphen van 1271 tot 1326.
- Hertog van Limburg van 1281 tot 1288.
Gehuwd (1) ca. 1276 met Ermgard van Limburg, overleden 6-1283, begraven in Klooster Graefenthal, dochter van Hertog Walram VI van Limburg en Jutta van Kleve.
Gehuwd (2) op 3 juli 1286 te Namur met Margareta van Vlaanderen, overleden 1331, begraven te Klooster Graefenthal, dochter uit zijn tweede huwelijk van Graaf Guido III van Dampierre (1226 - 1 maart 1305) en Isabella van Luxemburg (1246 - 25 september 1298).
In 1277 draagt Hendrik van Gelre (ex-bisschop van Luik) de heerlijkheid Montfort met Nieuwstadt, Echt, Vlodrop, Posterholt, Roosteren en St.Odiliënberg over aan Reinald I. Kasteel Montfort is de ruïne van een (onregelmatige) vierkante waterburcht. Het staat ten westen van het stadje Montfort in Limburg.
Kasteel Montfort werd gebouwd rond 1260 door Hendrik van Gelre. Deze was prins-bisschop van Luik en was een zoon van graaf Gerard III van Gelre (ca.1185-1229).
Hertog Reinald-II van Gelre en graaf van Zutphen (1295 - 1344)
bijgenaamd De Zwarte of De Rode
Geboren ca. 1295, overleden op 12 oktober 1343 te Arnhem, begraven Klooster Graefenthal, graaf van Gelre en Zutphen (1318/1326-1339), hertog van Gelre en graaf van Zutphen (1339-1343), werd op de rijksdag te Frankfurt op 19 maart 1339 tot hertog verheven, koopt in 1331 het rijkswoud bij Nijmegen.
Gehuwd (1) op 11 januari 1311 te Roermond met Sophia de Berthout van Mechelen, overleden op 6 mei 1329, begraven te Klooster Graefenthal, dochter van Floris de Berthout en Mathilde van Mechelen.
Gehuwd (2) op 20 oktober 1331 te Nijmegen met Eleonora van Engeland, 13 jaar oud, geboren op 8 juni 1318, overleden op 22 april 1355 te Deventer op 36-jarige leeftijd, begraven te Deventer, regente voor Reinald III (1343-1344), dochter van Koning Eduard II van Engeland (1307-1327) en Isabella van Frankrijk.
De eerste helft van de veertiende eeuw is misschien wel de rustigste periode in De Graafschap. Graaf Reinald II voert als ruwaard (iemand die waarneemt bij afwezigheid van de landsheer) vanaf 1318 het bewind over Gelre en Zutphen. Hij neemt als ruwaard waar voor zijn krankzinnig verklaarde vader Reinald I. Geboren in 1295 is hij op dat moment 23 jaar oud. Als ruwaard weet Reinald II het bezit van kasteel Bredevoort veilig te stellen.
Reinald II bevestigt enkele steden in hun rechten. Zijn voorouders hebben bepaalde rechten aan de steden verleend waar in de loop der eeuwen onduidelijkheid over is ontstaan. Daarnaast breidt hij de rechten van de steden uit en krijgt ook de plattelandsbevolking rechten, zodat deze niet meer afhankelijk is van de grillen van grafelijke ambtenaren. Tegelijkertijd consolideert de graaf zijn territorium. Een periode van rust is aangebroken in De Graafschap. Onder de verpanding door de Vlamingen is met de organisatie van een ambtelijke bestuursorganisatie aangevangen en Reinald II bouwt daarop voort.
Rond 1323 verandert hij het helmteken van het wapen van een als waaier geplooide doek in een met pauwenveren bestoken scherm met daarop de leeuw van het wapen. Dit zal vanaf nu het helmteken van de graven van Gelre blijven.
Hertog Reinald III van Gelre (1333 - 1371)
bijgenaamd De Dikke
Reinald III (13 mei 1333 - 4 december 1371, begraven in klooster Graefenthal) was hertog van Gelre en graaf van Zutphen. Hij is een zoon van Reinald II van Gelre en Eleonora van Engeland. Op 1 juli 1347 huwde hij in Tervuren met Maria van Brabant, een dochter van hertog Jan III van Brabant en Maria van Avreux.
Na de dood van hun vader ontstond tussen Reinoud III (als oudste zoon de wettelijke troonopvolger) en zijn jongere broer Eduard een elf jaar durende opvolgingsstrijd. Reinoud werd gesteund door de factie van de Heekerens, Eduard door hun tegenstanders de Bronkhorsten.
In mei 1361 werd Reinoud III tijdens een slag bij Tiel gevangengenomen door zijn broer en opgesloten in kasteel De Nijenbeek (ten noordoosten van Voorst, Gelderland). Tijdens zijn verblijf in gevangenschap zou Reinoud zo corpulent geworden zijn dat hij zijn cel niet meer uitkon en de deur open kon blijven.
De Slag bij Baesweiler was een slag tussen de hertogen van Gelre en Gulik enerzijds en het hertogdom Brabant, gesteund door Namen anderzijds. Brabant verloor deze slag.
In 1371, ten tijde van de Honderdjarige Oorlog, zwerven er in het gebied tussen Rijn en Maas grote groepen huurlingen rond die het land onveilig maken. Nadat Franse huurlingen Brabantse kooplieden op Guliks grondgebied beroofd hebben, weigert Willem, hertog van Gulik, aan Wenceslaus, hertog van Brabant, een schadevergoeding te betalen. Sterker nog, hij beschermt de huurlingen en neemt zelfs enkelen van hen in dienst. Hierop besluit Wenceslaus zijn gram te halen. Gesteund door Willem I, de graaf van Namen, trekt hij ten strijde tegen Gulik. De hertog van Gulik roept daarop de steun in van zijn zwager Eduard I, de hertog van Gelre.
Hertog Reinald-IV van Gelre en Gulik (1365 - 1423)
Reinald IV van Gulik (1365 - bij Arnhem, 25 juni 1423) was een zoon van hertog Willem II van Gulik en Maria van Gelre. In 1402 volgde hij zijn kinderloos overleden broer hertog Willem I van Gelre op (tevens hertog III van Gulik).
Samen met de Wittelsbachers poogde hij tevergeefs de invloed van Bourgondië in de Nederlanden af te zwakken. Zijn poging in 1406 om aanspraak te maken op Brabant en Limburg mislukte. Reinoud IV verbond zich met Rooms koning Ruprecht en had ook goede relaties met het huis van Orleans. Hij steunde Johan van Arkel in zijn strijd tegen Holland en kreeg daarvoor Gorinchem. Hierdoor barstte opnieuw strijd los tegen Holland, hetgeen ermee eindigde dat Holland Gorinchem afkocht voor een belangrijke som geld. Ook de stad Emmerik moest Reinald op basis van vroegere afspraken afstaan aan Kleef. Wegens zijn omvangrijke schulden moest hij de standen steeds meer privileges en medebestuur toestaan.
In 1409 sloot hij een verbond met Jan V van Arkel om het Land van Arkel onder zijn leenschap van Gelre te plaatsen in ruil voor politieke en militaire steun tijdens de Arkelse Oorlogen met Holland. Er volgde een twee jaar durende oorlog met Holland en het leenschap werd uiteindelijk teruggekocht en de vrede was bezegeld met Willem VI van Holland. In 1422 bezette hij Arkel (dorp) opnieuw, maar hij moest vrede sluiten en de ingenomen bezittingen opnieuw afstaan. Reinoud stierf kinderloos. In Gelre werd hij opgevolgd door zijn achterneef Arnold van Egmont en in Gulik door Adolf van Berg.
Arnold van Egmont, hertog van Gelre, Graaf van Zutphen(hij volgde zijn oudoom Reinold IV op in 1423.